Voeding en Nefrologie door prof. Gerjan Navis
Prof. Gerjan Navis, internist- nefroloog in het UMCG en hoogleraar Voeding in
de Geneeskunde aan Rijksuniversiteit Groningen, startte haar presentatie met de
boodschap dat de diëtist een sleutelpositie heeft in evidence-based practice
nefrologie. Uit bloed- en urinemetingen is af te leiden of er al dan niet
sprake is van dieetcompliance, maar de metingen verschaffen nog veel meer
informatie.
Zout
Er is heel veel evidence over en toch ontstaat er steeds discussie over
zoutbeperking. Bij epidemiologische studies baseert men zich op 1 of 2
meetpunten, terwijl bij klinische meting er veel meer meetpunten van een
patiënt zijn. Metingen in klinische setting geven dus volgens de
internist-nefroloog een beter beeld, die een duidelijk verband tonen tussen
zoutinname en cardiovasculaire uitkomsten. Navis is er duidelijk over:
- Nierpatiënten zijn altijd zoutgevoelig.
- Met alleen medicatie krijg je de bloeddruk en proteïnurie niet onder controle, de combinatie met zoutbeperking heeft een additief effect.
- Een strenge zoutbeperking (< 3 gram) is niet nodig, 5-6 gram is haalbaar en werkt ook al goed. Iedere daling betekent al een vooruitgang, alle kleine beetjes helpen.
TIP: patiënten kicken op getallen, het stimuleert hen enorm als zij horen dat de hoeveelheid zout in hun urine lager is. Geef je patiënten deze feedback. Het meten van resultaten onthult ook fouten en geeft mogelijkheid tot bijsturen.
Bij een excessieve zoutinname hebben driemaal zoveel patiënten dialyse of transplantatie nodig, ONDANKS goede medicamenteuze behandeling!
Zout blokkeert de beschermende werking van de medicatie. Bij teveel zout is er, ondanks goede bloeddruk, geen hart-en nierbescherming.
Gewichtstoename
Veel patiënten komen na transplantatie aan. Wat bleek uit onderzoek? Bewegingsarmoede was de oorzaak. Er was geen sprake van een hoge energie-intake, zoals men vermoedde, maar juist van een lage energie-intake en te weinig lichaamsbeweging.
Eiwit
Eiwit-intake volgens richtlijn (0,8-1 g/kg/d) betekent een hogere mortaliteit. Voor een goede gezondheid is voldoende eiwit intake nodig. Ook hier geldt: meten is weten.
Kalium
Patiënten bleken na transplantatie weinig groente te eten. De angst voor kalium, die ze tijdens de dialyse hadden gekregen, bleek nog steeds een grote rol te spelen. Ook hier geldt: onderbouwing met getallen (kalium excretie) is belangrijk.
Tot slot
Navis besloot haar presentatie met een oproep aan diëtisten:”Alle ziekenhuizen hebben EPD’s. Gebruik de mogelijkheden van getallen om de voedingszorg te verbeteren. Systematisch kijken naar getallen werkt!”
Prof. Navis heeft samen met haar collega Iris van Vliet, diëtist in het UMC Groningen, een bijdrage geleverd aan de derde herziene druk van het boek Evidence-based diëtetiek; principes en werkwijze (verkrijgbaar bij Bol.com).
Voedingswetenschap en geneeskunde moeten veel meer samenwerken